Wist je dat de Canarische eilanden een vulkanische oorsprong hebben? De oudste eilanden, Fuerteventura en Lanzarote, zijn zo’n 20 miljoen jaar geleden ontstaan na uitbarstingen. Dat zorgt voor een bijzonder landschap. In het bijzonder op Lanzarote. Maar liefst 25% van het eiland wordt bedekt door gestold lava. Met als hoogtepunt Nationaal Park Timanfaya.
Vulkanisch Lanzarote in een vogelvlucht
Op een oppervlakte van zo’n 850 km² (dat is aanzienlijker kleiner dan buureilanden Gran Canaria, Tenerife en Fuerteventura) vind je maar liefst 125 officiële vulkanen, al gaan de verhalen dat het er 300 zouden zijn. Hiermee is het een van de bekendste vulkaaneilanden ter wereld.
Het vulkanische landschap op het eiland is grotendeels gevormd tijdens de lange (en laatste) reeks vulkaanuitbarstingen tussen 1730 en 1736. Hele dorpen werden vernietigd door alles verzwelgende lavastromen. De eilandbewoners moesten noodgedwongen vluchten en een nieuw leven starten in het buitenland. Vele jaren later zouden zij weer terugkeren, niet wetende wat hun te wachten stond.
De laatste uitbarsting was overigens in 1824. Alle kraters zijn sindsdien gedoofd, maar dat betekent niet dat er van binnen niets meer gebeurt, integendeel. Op sommige plekken kun je de hitte nog voelen aan de oppervlakte en zo’n 10 meter onder het aardoppervlakte zijn temperaturen van ca. 600°C gemeten. Betekent dit dat er nieuwe uitbarstingen kunnen komen? Ja, de inwoners houden daar ook rekening mee. Maar de slapende vulkanen worden goed in de gaten houden en er zijn geen voortekenen dat dit op korte termijn zal gebeuren.
Bizar is dat juist bovenstaande catastrofale uitbarstingen nu zorgen voor het voortbestaan van het eiland en haar inwoners. Toerisme is de belangrijkste inkomstenbron en het unieke maandlandschap zorgt elk jaar voor een grote stroom vakantiegangers. Nationaal Park Timanfaya is het figuurlijke én letterlijke hoogtepunt voor natuurliefhebbers.
Hoe het vulkanische landschap wordt behouden
Ondanks de grote stroom vakantiegangers – die vooral de weg weten te vinden naar Puerto del Carmen, Playa Blanca en Costa Teguise – heeft het landschap haar unieke karakter weten te behouden.
Dit alles is te danken aan de kunstschilder/beeldhouwer/architect César Manrique. Zijn liefde voor het eiland dreef hem tot slechts één doel; zorgen dat het onaangetast bleef. Met dank aan zijn doorzettingsvermogen vind je nauwelijks hoogbouw op het eiland en er zijn geen potsierlijke reclameborden langs de doorgaande weg die het landschap verpesten. Hij heeft daarnaast gezorgd voor unieke bouwwerken op het eiland; deze gaan stuk voor stuk in de natuur op door het gebruik van het juiste materiaal. Lavasteen zal je veel terug zien!
Een kijkje in Nationaal Park Timanfaya
Het ruigste deel van het eiland vind je in het zuidwesten. Vanwege het unieke landschap is dit deel, Nationaal Park Timanfaya, in zijn geheel beschermd. De naam komt niets uit het niets. Tijdens de uitbarstingen tussen 1730 en 1736 werden maar liefst elf dorpen weggevaagd. Timanfaya was het eerste dorpje dat letterlijk koppie onder ging.
Je kunt Nationaal Park Timanfaya overdag per auto bezoeken. Je mag dan doorrijden tot de grote parkeerplaats in het oosten van het park. Onderweg krijg je al een goed zicht op het diverse landschap en de enorme lavavelden. Aangekomen bij de parkeerplaats houdt het op, in elk geval per auto.
Je kunt daar overstappen op een touringcar, die overigens bij de toegangsprijs is inbegrepen. Gedurende een half uur rijd je door een nog ruiger en fascinerender landschap, terwijl de gids je alle ins en outs over het park vertelt. Uitstappen is helaas niet mogelijk, maar dat maakt de honderden vulkaankegels en meerdere kraters niet minder interessant. Je komt vulkanen tegen met de naam mantel van de maagd en duivelsmond. De herkomst van de namen zal je direct snappen als je er rijdt.
Je leert ook direct waarom dit park niet op eigen houtje te bezoeken is; het is levensgevaarlijk. Het hele oppervlak is opgebouwd uit lagen lava, eentje van elke eruptie. Ertussen kunnen echter gaten zitten van meters diep en heel stevig is de lava niet. Grote kans dat je in de grond zou verdwijnen. Liever niet. En dat is nog los van het feit dat het veel te waardevol is om er bezoekers rond te laten lopen en hun gang te laten gaan. Het is immers niet voor niets beschermd.
Een hapje van de vulkaan-grill
Bij de grote parkeerplaats vind je een uniek restaurant. Restaurant El Diablo, naar een ontwerp van César Manrique, beschikt over een grill boven een zes meter diep gat in de grond. Jouw maaltijd wordt bereidt met dank aan aardwarmte en een hete luchtstroom van maar liefst 350 °C.
Ook leuk: op het stuk voor het restaurant kun je de warmte nog voelen in de steentjes en met dank aan een emmer water wordt getoond hoe warm het is als je water de grond ingooit. Er ontstaat direct een kleine geiser. Ja, dit is het bewijs dat het daaronder echt nog leeft!
Nog meer herinneren aan de vulkaanuitbarstingen
In het noorden van het eiland vind je een lang tunnelstelsel. Deze is ontstaan na vulkaanuitbarstingen en -stromen. De tunnel staat in verbinding met de Atlantische oceaan, wat er voor zorgt dat meertjes met zeewater wordt gevuld. Een van deze meertjes is Jameos del Agua. Het grote ondergrondse meer is de thuisbasis van duizenden albino kreeftjes, die normaal alleen honderden meters diep leven. Uniek!
Op slechts een paar minuten rijden van dit ondergrondse meer vind je Cueva de los Verdes. Dit is een opengesteld deel van het stelsel van maar liefst 1 km aan gangen en grotten. Gedurende een 45-60 minuten durende rondleiding hoor je alles over het ontstaan en de geschiedenis. Mega-interessant!
Wil jij dit bijzondere landschap met eigen ogen aanschouwen? Boek een scherpe last minute, verblijf in luxe in een van de mooie all inclusive hotels óf bekijk ons volledige aanbod.