De Spaanse steden staan hoog op ons favorietenlijstje. Maar laten we ook die in Italië niet vergeten! Lekker eten, een flinke dosis cultuur, een aangenaam klimaat… Geen wonder dat Saskia verliefd werd op de Italiaanse steden.
Saskia is Italië-fan in hart en nieren. Al meer dan vijf jaar blogt zij fanatiek op Ciaotutti.nl en schrijft ze Italië-reisboeken. Hiervoor zit zij ongeveer de helft van het jaar in Italië, reizend van de ene naar de andere mooie plek.
En dat is iets waar we stiekem best wel jaloers op zijn. Gelukkig deelt ze al haar verhalen met ons. En neemt ze je vandaag mee naar de mooiste Italiaanse steden.
Bologna, de buik van Italië
La grassa, de vette, dat is de meest tot de verbeelding sprekende bijnaam van Bologna. De hoofdstad van de regio Emilia-Romagna staat namelijk bekend als de culinaire hoofdstad van Italië, en ook wel als ‘de buik van Italië’. Met dank aan de verse pasta, met name tortellini, de ragù alla bolognese, de mortadella, de lasagne…
Het Quadrilatero, de culinaire vierhoek, is het kloppend hart van de buik van Italië. In deze culinaire vierhoek struikel je vooral in de Via Drapperie, de Via Calzolerie, de Via Caprarie en de Via Pescherie Vecchie letterlijk over de uitgestalde lekkernijen.
Het is heerlijk struinen door de kleine straatjes. Je vindt er vers fruit, vis, kazen, pasta en vlees. Helaas zijn de fruitprijzen aan de hoge kant maar voor een goed stuk kaas of salami ben je hier aan het goede adres. Eigenlijk zijn alle winkeltjes in deze buurt om van te smullen, maar Paolo Atti & Figli (Via Caprarie 7) mag je echt niet missen. De zelfgemaakte tortellini lachen je in de etalage al vrolijk toe. Neem ons mee, neem ons mee, lijken ze te roepen. Datzelfde geldt ook voor de gebakjes; al doet het bordje erachter ook wonderen: per combattere la depressione, ‘om depressie te bestrijden’. Al sinds 1880 is dat bijzonder effectief!
Bij Tamburini (Via Caprarie 1) koop je nog meer verse pasta. Deze delicatessenzaak, die al sinds 1932 bestaat, heeft een enorm assortiment aan vers gemaakte tortelloni, ravioli, gnocchi, vleessoorten, kazen, olijfolie, balsamicoazijn en wijn. Maak een praatje met de verschillende verkopers en proef allerlei lekkers. Tamburini heeft ook een tavola calda, een klein, kantineachtig restaurant waar je goed kunt eten en met zijn allen aan één grote tafel schuift. Het kan zomaar gebeuren dat je luncht in gezelschap van een Bolognese familie, van grootvader tot en met kleinzoon, die gezamenlijk de tagliatelle naar binnen slurpen.
Oltrarno, het échte Florence
Eenmaal over de Ponte Vecchio, de beroemdste brug van Florence, sta je in Oltrarno (dat letterlijk ‘aan de overkant van de Arno’ betekent). Dit is verreweg het leukste stukje van Florence.
In de smalle straatjes in de wijken San Niccolò, Santo Spirito en San Frediano stuit je op de leukste winkeltjes, werkplaatsen, ateliers en restaurantjes. Hier ontdek je het echte Florence!
Op en om Piazza Santo Spirito en Piazza della Passera zijn kunstenaars, restaurateurs en ambachtslieden aan het werk, vaak met de deur wagenwijd open. Ze vinden het absoluut geen probleem als je even komt kijken wat ze aan het maken zijn en maken graag tijd voor een praatje over hun ambacht. Bijzondere aanraders zijn het atelier van goudsmid Alessandro Dari (Via San Niccolò 115/r), dat naast een winkel tegelijkertijd een museum is, en dat van verkeerskunstenaar Clet (Via dell’Olmo 8).
Op het punt waar Via San Niccolò overgaat in Via San Miniato vind je een sfeervol pleintje, dat iedereen kent als Piazza San Niccolò (al staat dit nergens officieel aangegeven), met allerlei leuke adresjes voor een welverdiende pauze.
Napels, Italië in het kwadraat
In Napels wordt er meer op straat geleefd dan in welke Italiaanse stad ook, in Napels is de espresso sterker dan elders in Italië en een Napolitaan is nog trotser op zijn stad dan een Romein of een Venetiaan.
Saskia is dol op de unieke sfeer die in de straten van Napels hangt en vooral ook op de enorme tegenstellingen die je er vindt. Zo bestaat het centrum van Napels grotendeels uit smalle straatjes met wapperende was, zingende mamma’s, scooters, voetballende jochies en heb je elders in de stad een prachtig weids uitzicht over zee.
Als je aan de kade staat, met aan je voet witte rotsen en cruiseschepen aan de horizon, trekt het Castel dell’Ovo je blik. Het Castel dell’Ovo, het Kasteel van het Ei, is het oudste kasteel van Napels en herbergt een prachtig verhaal. Het dankt zijn naam aan het ei dat Vergilius er zou hebben begraven. Hij waarschuwde de Napolitanen voor de dag dat het ei zou breken. Dan zou namelijk ook het kasteel instorten, waarna Napels getroffen zou worden door een ramp die niemand in de stad zou overleven. Hoe gek het ons misschien ook in de oren klinkt, het idee dat het ei van Vergilius kan barsten, boezemt de Napolitanen meer angst in dan de uitbarsting van de vulkaan Vesuvius, waarvan de contouren aan de overkant van de Golf van Napels prachtig afsteken tegen de blauwe lucht.
Het Castel dell’Ovo ligt op het eiland Megaride, waar je vanaf het vasteland van Napels via een lang wandelpad kunt komen. Dit wandelpad is een zeer geliefde plek voor bruidsfoto’s, met een beetje geluk zie je hier de mooiste Napolitaanse sposi poseren. Vlakbij vind je Borgo Marinari, een haventje met gezellige trattorie waar je heerlijk verse vis kunt eten.
Wil je meer weten over deze en andere Italiaanse steden? Niet alleen op onze blog vind je heel heel informatie, ook op de blog van Saskia staat genoeg inspiratie voor de Italiaanse steden.
Fotografie Saskia: Alberto Sarrantonio | Flytographer. Overige fotografie: pio3 | Shutterstock.com